Skip to content Skip to navigation

Opinie: De nieuwe plasticfabriek is best een discussie waard

Written by Femke Lootens, Frederik De Roeck on 28 October 2020

 

Oorspronkelijk verschenen in De Standaard op woensdag 28 oktober (zie)

 

Begin oktober bezette een groep van een honderdtal actievoerders onder de noemer Ineos Will Fall een stuk bos in de Antwerpse haven. Het bos moet het terrein worden van het aangekondigde Project One van de chemiereus Ineos. De nieuwe ethyleen- en propyleenfabriek zal volgens Ineos tot de meest efficiënte en duurzame chemische fabrieken van Europa behoren.

 

Ondanks die beloftevolle retoriek is het project omstreden. De fabriek zou voor haar grondstoffen sterk ­afhankelijk zijn van schaliegas uit de Verenigde Staten en de eindproducten zouden onder andere worden omgezet in wegwerpplastic. Met een ­geschatte ­totale uitstoot die het equivalent zou zijn van de jaarlijkse uitstoot van tachtig- tot honderdvijftigduizend Vlamingen zou de fabriek een stap achteruit betekenen in de transitie naar een klimaatneutrale ­haven en industrie in Vlaanderen.

 

De actievoerders gingen over tot burgerlijke ongehoorzaamheid met al haar consequenties, zoals boetes, aanhoudingen, vrijheidsberoving ...Met eerder legaal protest als campagnes, petities en bezwaarschriften ­hadden ze geen gehoor gekregen. Behalve de duidelijke boodschap die de actievoerders uitdroegen, wezen ze impliciet op een onderliggende problematiek: de industriële transitie in Vlaanderen is stuurloos en vooralsnog te weinig het onderwerp van een maatschappelijk debat, met inspraak van de burgers.

 

Weg met evergreens

 

De Vlaamse minister van Omgeving en Energie, Zuhal Demir (N-VA), wordt geacht ten laatste op 29 oktober een beslissing te nemen over de vergunning. Boven op de recente actie van Ineos Will Fall schrevenzeventig internationale ngo’s en milieuverenigingen ook een open brief om de ­minister te wijzen op de onverenigbaarheid van de installatie met de Vlaamse klimaatdoelstellingen en de uitbouw van een circulaire economie. Er wordt nu al gewaarschuwd voor een lange ­juridische strijd waarin dit soort organisaties met man en macht zal proberen de bouw van de installatie tegen te gaan. Het hele proces is ­tekenend voor de manier waarop we in Vlaanderen verder strompelen in onze transitie naar een duurzame ­samenleving.

Duurzaamheids­vraagstukken kun je niet reduceren tot persoonlijk gedrag: doe het licht uit, draai de kraan dicht, recycleer, en alles komt goed

Dat is een vreemde paradox. Enerzijds verwijst de overheid steeds naar het gebrek aan ‘draagvlak’ in klimaatbeleid, een retorisch trucje dat ze vooral bovenhaalt als maatregelen er niet komen of als ze die terugschroeft. Anderzijds is de democratische reflex om dit soort draagvlak te creëren, bijvoorbeeld in de vorm van een breed gedragen langetermijnvisie, volledig afwezig. Te vaak vervallen we in politieke evergreens. Het blinde geloof in technologische vooruitgang als de motor van de duurzaamheids­transitie en de verwijzing naar de individuele verantwoordelijkheid van de consument.

 

Dat laatste werd nog eens geïllustreerd door de aanwezigheid van ­minister Demir bij een schoonmaakactie in het Havendok tijdens de World Clean Up Day. Bewust of niet: dit soort acties draagt de boodschap uit dat je complexe duurzaamheidsvraagstukken kunt reduceren tot persoonlijk gedrag: doe het licht uit, draai de kraan dicht, recycleer, en ­alles komt goed.

 

Klimaattafels als model

 

Om aan te tonen hoe het anders kan, kijken we even over het muurtje in de richting van onze noorderburen. Ook de haven van Rotterdam was in de running om de investeringen van ­Ineos aan te trekken. Dat ze naast dat project grepen, linkten ze daar onder andere aan de klimaatdoelstellingen van de haven. De ­Nederlandse industrie streeft expliciet naar een klimaatneutraal en circulair model tegen 2050, met een tussentijdse doelstelling van 49 procent uitstootvermindering tegen 2030.

 

De aandrijving van die inspanning komt van een overkoepelende roadmap die in de Nederlandse klimaatwet staat. De overheid, het middenveld, de industrie, de vakbonden en de milieubeweging onderhandelden ­ samen aan zogenaamde klimaattafels. Het ging er soms heftig aan toe. Er waren onder andere stevige discussies over de vraag of de fossiele industrie een plaats verdiende aan de tafel, en over de zin en onzin van omstreden technologie als koolstofopslag. De milieuorganisaties stapten zelfs even collectief op na een clash over de ­invoering van een algemene CO2-taks.

 

De organisatie van een democratisch debat over zulke complexe duurzaamheidsvraagstukken verloopt niet altijd snel en rimpelloos. Je bent ook niet zeker dat het leidt tot een breed gedragen consensus tussen alle partijen. Maar als democratie een ­georganiseerd meningsverschil is, moet je dat meningsverschil natuurlijk ­organiseren.

 

In Vlaanderen is de ­industriële transitie nog te vaak een puur technologisch verhaal dat exclusief voorbehouden is voor de industrie en de kennisinstellingen. De lokale en Vlaamse overheid ontvangen het met een laisser-faire­houding. In het geval van Ineos kwamen er zelfs expliciet financiële ­garanties van de Vlaamse overheid aan te pas, zonder daar een duidelijke visie tegenover te stellen.

 

Als resultaat laat de Ineos-episode bij velen een bittere nasmaak na: 3 miljard euro is natuurlijk een smak geld, maar zijn deze investeringen duurzaam op lange termijn? Hoe passen ze in de transitie naar een duur­zame, circulaire en klimaatneutrale ­industrie? Zijn de banen die uit deze ­investering moeten voortvloeien wel wenselijk en toekomstgericht? Zet dit soort investeringen ons op de middellange termijn niet vast in een verouderd industrieel systeem op basis van fossiele brandstoffen, eventueel aangevuld met koolstofopslagtechnologie – die tot nu toe onbewezen is op deze schaal?

 

De weg naar een breed gedragen transitiepad voor de Vlaamse industrie wordt ongetwijfeld een moeizaam, traag en bij momenten frustrerend proces. Maatschappelijke actoren moeten de kans krijgen om op een structurele manier in debat te gaan over dit soort vragen. Zo niet zijn we veroordeeld tot de actie-reactiedynamiek die we maar al te vaak zien terugkeren als het gaat over grote klimaatvraagstukken. Hoog tijd om de democratische ruimte te creëren om hier als samenleving over na te denken.

 

Contact

Technicum, Campus Ufo, Sint-Pietersnieuwstraat 41, T1-Blok1

B-9000 GENT

T: +32(0)9 264 82 09
F: +32(0)9 264 83 90

Find us | Vind ons

Copyright © 2017 Centrum voor DuurzaamheidsOnderzoek - UGent